26-05-2009, 02:18 PM
Aardige column van Thijs Zonneveld:
Quote:Arantxa heeft geen snor meer
Eén meter hoog, een snor en een stel beentjes als knakworstjes. Een klein Spaans gravelmonstertje. Maar hoe lelijk ze ook was: tennissen kon ze. Haar naam: Arantxa Sanchez-Vicario. Typisch gevalletje pre-Koernikovatijdperk. Typisch gevalletje vroeger. Het lijkt tegenwoordig nauwelijks te geloven, maar een jaar of tien, vijftien geleden waren tennissters foeilelijk. Het was alsof mooie vrouwen niet aan tennis deden. Alsof meisjes met bovengemiddelde looks niet op de baan werden toegelaten. No pretty women allowed. Richard Krajicek bestempelde zijn vrouwelijke collegaââ¬â¢s destijds niet voor niets als ââ¬Ëvette varkensââ¬â¢.
Mini-Me
Noem ze maar op. Steffi Graf. Monica Seles. Miriam Oremans. Martina Navratilova. Lindsay Davenport. Conchita Martinez. Manon Bollegraf. En natuurlijk Arantxa Sanchez-Vicario. Het toppunt. Een combo van Mini-Me, Chiel Montagne en een blik Unox runderknaks. Maar ook al kwam ze amper boven de netband uit en struikelde ze regelmatig over haar worstenbeentjes: ze won drie keer Roland Garros. Op karakter. Door stof te happen. Door gravel te bijten. Door achter onhaalbare ballen aan te rennen.
Generatie B
De generatie gravelmonstertjes werd opgevolgd door de generatie B. Blond, Bloedmooi, Borsten, Billen en Benen tot in de hemel. En bijna allemaal uit Rusland. Koernikova. Hantuchova. Dementieva. Vaidisova. Sjarapova. De wereld stond op zijn kop. Het was alsof er ineens alleen nog maar playmates en stoeipoezen werden toegelaten. Ze droegen jurkjes die niet hadden misstaan in de collectie van Marlies Dekkers, schudden wulps de haren los na iedere kantwissel en poseerden voor de wellustig knippende fotografen als pin-ups.
Koernikova is de best betaalde tennisster van het afgelopen decennium. En dat is niet vanwege haar resultaten op de tennisbaan. Koernikova lijdt namelijk aan het generatie B-syndroom. Net als zoveel van haar blonde bloedmooie benen-tot-in-de-hemel-zusters.
Té mooi
Koernikova is té mooi. Té mooi om te zweten. Té mooi om achter onhaalbare ballen aan te rennen. Té mooi om dagenlang te trainen op achterafbaantjes zonder fotografen en lonkende mannen langs de kant. Té mooi om het karakter van Arantxa Sanchez-Vicario te hebben. Stof happen? Njet. Gravel bijten? Geen denken aan. Onderhand is Koernikova semi-gestopt. Kon ook niet anders. Karakter is iets van vroeger. Althans, dat dacht ik.
Kushandjes
Dit weekend heb ik kennis gemaakt met de allernieuwste generatie. De generatie Arantxa Rus, Neerlands hoop in bange tennisdagen. Zo mooi en blond als haar achternaam doet vermoeden. Maar dan zonder maniertjes. Geen overdreven gekreun, geen wulpse trekjes, geen kushandjes naar iedere vent op de tribune. Ze rende over de baan zoals die andere Arantxa in haar beste dagen, gedreven tot op het bot, een verbeten trek rond haar mond. Ze toonde iets dat veel weg had van karakter. Punt na punt na punt. Ze vernederde haar tegenstandster in de eerste ronde van het Roland Garros met twee keer 6-1.
Ik heb er naar gekeken met een mengeling van verbazing en euforie. Arantxa zonder snor: het bestaat. Ze houdt van gravel. En ze komt ook nog uit Monster. Benen tot in de hemel en toch met de voeten op de grond. Ze is het beste van twee werelden. Nu nog drie keer Roland Garros winnen. Een formaliteit.