09-06-2009, 01:00 PM
Bobby is niet meer?
Column, zaterdag 06 juni, door ploeg, 23:57u
De wekelijkse column van Remko van der Ploeg voor <!-- m --><a class="postlink" target="_blank" href="http://www.Ajax1.nl">http://www.Ajax1.nl</a><!-- m -->
Bobby is niet meer?
Afgelopen zaterdagochtend opende ik het internet; zoals iedere dag even een rondje langs de sites. Bij de eerste site was ik al klaar, mijn zaterdag was verpest. Niet vanwege het feit dat Braafheid voor Bayern Munchen kiest en niet vanwege het feit dat Thomas Vermaelen Londen gaat verkennen of dat Marcus Berg voor AZ kiest. Nee, Bobby Haarms is op 75 jarige leeftijd overleden. Zo luidde de kop van het bericht.
Het kan niet waar zijn! Weer een ras-Ajacied uit mijn Ajax-hart gerukt. Eerst Sjakie Wolfs en 8 maanden later gaat Bobby.
Een Ajax-tijdperk is afgesloten; beiden maakten ze de glorietijden mee in de beginjaren zeventig. Toen Ajax in het midden van de jaren negentig de wederopstanding inluidde, maakten ze allebei deel uit van de Ajax-staf van Louis van Gaal.
Bobby was de verpersoonlijking van Ajax; altijd een goed woord over voor iemand, geen kapsones, geen vedette gedrag, maar gewoon een Amsterdammer die zielsveel hield van zijn Ajax.
Toen ik nog in Amsterdam woonde en werkte, ging ik wel eens een drankje drinken of een sateetje eten in La Perche dââ¬â¢Or op het Delflandplein. De eigenaresse was Tilly Haarms, inderdaad, de vrouw van. Bobby was hier vaak te vinden en je kon eindeloos met hem praten over zijn Ajax.
In mijn jongere jaren kon het rondje Rembrandsplein niet zonder een bezoekje aan de Utrechtsestraat om even bij Café Bobby Haarms binnen te wippen. Niet om Bobby te zien, want die lag zaterdagavond vroeg in bed. In het café kon je genieten van fotoââ¬â¢s, shirts en natuurlijk dat ingelijste shirt met nummer 14 achterop.
Zonder Bobby is Ajax zielloos, Bobby was en is het gezicht van Ajax. Een hardwerkende Amsterdammer, altijd keurig netjes met colbert en met een eindeloze liefde voor zijn Ajax.
Nooit meer die liefde voor spelers, die terugkwamen van een blessure. Hij pakte ze keihard aan, maar knuffelde ze bijkans dood als ze hem hadden doorstaan.
Ik zie het al voor me hoe Bobby boven is aangekomen; hij wandelt rond in zijn nieuwe prachtige omgeving. De kleuren zijn van een ongekende schoonheid, de zon heeft een Ajax-rode kleur. Het gras is zo mooi vet en groen, als dat het lijkt dat het uit de Meer komt. Zijn lichaam voelt aan als in zijn beste jaren, zijn geest is zo helder als het maar kan, zijn energie heeft ongekende vormen aangenomen.
Al snel voelt hij zich thuis, maar er mist één ding; hij weet nog niet wat!
Hij loopt naar een prachtige baai, de rode zon maakt een prachtige mooie rode baan in een spierwitte zee. Kalm kabbelt het helderste water tegen het hagelwitte strand aan. In de verte ziet hij 4 knalrode strandstoelen staan met 4 mensen daarop, die uitkijken over die prachtige spierwitte zee met zijn rode baan in het midden. Als hij er naar toe loopt komt er een vlaag van herkenning; het moeten oude bekenden van hem zijn, hij geeft ze de hand en stelt zich voor: Hallo, ik ben Bobby Haarms en nieuw hier!
Welkom, zegt de meest linkse figuur en stelt zich voor als Nico Rijnders. De volgende stelt zich voor als Dick van Dijk. Rinus Michels, zegt een man in een zwembroek met de sterren van een generaal erop. De laatste zegt: hé Bob, ik ben Sjakie.
Bobbyôs hersens gaan als een harde schijf terug in de tijd; de virusscanner gaat er overheen en plotseling komen er beelden van witte Mercedessen die over de Laraissestraat rijden, over een man die schoenen poetste en de hagelwitte derbystar ballen op de juiste spanning bracht, over een rake kopbal in het oude Wembleystadion.
Hij wist ineens wat ontbrak in deze prachtige omgeving: het was Ajax!
Jullie zijn mijn Ajacieden, zei hij met een trilling in zijn stem.
Jullie hebben genoeg geluierd, Ajax heeft jullie nodig. Kom uit je luie stoel! Rinus jij geeft al je kennis door aan Martin Jol. Sjakie, jij gaat nu die Derbyôs oppompen en gele hesjes halen. Nico en Dick, jullie pakken die balk die daar ligt en ik ga jullie een hersteltraining geven, want Ajax is dringend op zoek naar een scorende spits en een schoffelende middenvelder!
Ajax gaat het komend seizoen op jacht naar de derde ster; wees niet verbaasd als er onbekende aankopen komen, wiens voornamen beginnen met Dick of Nico en dat Martin Jol aan het einde van het seizoen een Aria ten gehore brengt op het Leidseplein. Het zou zo maar kunnen, dat het aankomend seizoen die achterlijke Adidas ballen vervangen worden door Derbystars.
Bobby waakt over ons tot aan de vierde ster; Ajax is tenslotte wel zijn Ajax. Dan pas zal Bobby plaats nemen in een vuurrode strandstoel en uitkijken over een kabbelende spierwitte zee met een rode baan in het midden veroorzaakt door een rode zon.
Het is je gegund Bobby, die verdiende rust.
Column, zaterdag 06 juni, door ploeg, 23:57u
De wekelijkse column van Remko van der Ploeg voor <!-- m --><a class="postlink" target="_blank" href="http://www.Ajax1.nl">http://www.Ajax1.nl</a><!-- m -->
Bobby is niet meer?
Afgelopen zaterdagochtend opende ik het internet; zoals iedere dag even een rondje langs de sites. Bij de eerste site was ik al klaar, mijn zaterdag was verpest. Niet vanwege het feit dat Braafheid voor Bayern Munchen kiest en niet vanwege het feit dat Thomas Vermaelen Londen gaat verkennen of dat Marcus Berg voor AZ kiest. Nee, Bobby Haarms is op 75 jarige leeftijd overleden. Zo luidde de kop van het bericht.
Het kan niet waar zijn! Weer een ras-Ajacied uit mijn Ajax-hart gerukt. Eerst Sjakie Wolfs en 8 maanden later gaat Bobby.
Een Ajax-tijdperk is afgesloten; beiden maakten ze de glorietijden mee in de beginjaren zeventig. Toen Ajax in het midden van de jaren negentig de wederopstanding inluidde, maakten ze allebei deel uit van de Ajax-staf van Louis van Gaal.
Bobby was de verpersoonlijking van Ajax; altijd een goed woord over voor iemand, geen kapsones, geen vedette gedrag, maar gewoon een Amsterdammer die zielsveel hield van zijn Ajax.
Toen ik nog in Amsterdam woonde en werkte, ging ik wel eens een drankje drinken of een sateetje eten in La Perche dââ¬â¢Or op het Delflandplein. De eigenaresse was Tilly Haarms, inderdaad, de vrouw van. Bobby was hier vaak te vinden en je kon eindeloos met hem praten over zijn Ajax.
In mijn jongere jaren kon het rondje Rembrandsplein niet zonder een bezoekje aan de Utrechtsestraat om even bij Café Bobby Haarms binnen te wippen. Niet om Bobby te zien, want die lag zaterdagavond vroeg in bed. In het café kon je genieten van fotoââ¬â¢s, shirts en natuurlijk dat ingelijste shirt met nummer 14 achterop.
Zonder Bobby is Ajax zielloos, Bobby was en is het gezicht van Ajax. Een hardwerkende Amsterdammer, altijd keurig netjes met colbert en met een eindeloze liefde voor zijn Ajax.
Nooit meer die liefde voor spelers, die terugkwamen van een blessure. Hij pakte ze keihard aan, maar knuffelde ze bijkans dood als ze hem hadden doorstaan.
Ik zie het al voor me hoe Bobby boven is aangekomen; hij wandelt rond in zijn nieuwe prachtige omgeving. De kleuren zijn van een ongekende schoonheid, de zon heeft een Ajax-rode kleur. Het gras is zo mooi vet en groen, als dat het lijkt dat het uit de Meer komt. Zijn lichaam voelt aan als in zijn beste jaren, zijn geest is zo helder als het maar kan, zijn energie heeft ongekende vormen aangenomen.
Al snel voelt hij zich thuis, maar er mist één ding; hij weet nog niet wat!
Hij loopt naar een prachtige baai, de rode zon maakt een prachtige mooie rode baan in een spierwitte zee. Kalm kabbelt het helderste water tegen het hagelwitte strand aan. In de verte ziet hij 4 knalrode strandstoelen staan met 4 mensen daarop, die uitkijken over die prachtige spierwitte zee met zijn rode baan in het midden. Als hij er naar toe loopt komt er een vlaag van herkenning; het moeten oude bekenden van hem zijn, hij geeft ze de hand en stelt zich voor: Hallo, ik ben Bobby Haarms en nieuw hier!
Welkom, zegt de meest linkse figuur en stelt zich voor als Nico Rijnders. De volgende stelt zich voor als Dick van Dijk. Rinus Michels, zegt een man in een zwembroek met de sterren van een generaal erop. De laatste zegt: hé Bob, ik ben Sjakie.
Bobbyôs hersens gaan als een harde schijf terug in de tijd; de virusscanner gaat er overheen en plotseling komen er beelden van witte Mercedessen die over de Laraissestraat rijden, over een man die schoenen poetste en de hagelwitte derbystar ballen op de juiste spanning bracht, over een rake kopbal in het oude Wembleystadion.
Hij wist ineens wat ontbrak in deze prachtige omgeving: het was Ajax!
Jullie zijn mijn Ajacieden, zei hij met een trilling in zijn stem.
Jullie hebben genoeg geluierd, Ajax heeft jullie nodig. Kom uit je luie stoel! Rinus jij geeft al je kennis door aan Martin Jol. Sjakie, jij gaat nu die Derbyôs oppompen en gele hesjes halen. Nico en Dick, jullie pakken die balk die daar ligt en ik ga jullie een hersteltraining geven, want Ajax is dringend op zoek naar een scorende spits en een schoffelende middenvelder!
Ajax gaat het komend seizoen op jacht naar de derde ster; wees niet verbaasd als er onbekende aankopen komen, wiens voornamen beginnen met Dick of Nico en dat Martin Jol aan het einde van het seizoen een Aria ten gehore brengt op het Leidseplein. Het zou zo maar kunnen, dat het aankomend seizoen die achterlijke Adidas ballen vervangen worden door Derbystars.
Bobby waakt over ons tot aan de vierde ster; Ajax is tenslotte wel zijn Ajax. Dan pas zal Bobby plaats nemen in een vuurrode strandstoel en uitkijken over een kabbelende spierwitte zee met een rode baan in het midden veroorzaakt door een rode zon.
Het is je gegund Bobby, die verdiende rust.
The great old Ludwig von...