11-08-2009, 11:50 AM
Inderdaad prima omschreven.. "raadsel Rommedahl"
'Het raadsel Rommedahl'
11/08/2009 09:30
Het begon in Hoogeveen, op sportpark Bentincksdijk. Tijdens de oefenwedstrijd van Ajax tegen de amateurs van HZVV viel Dennis Rommedahl een half uur voor tijd in en leverde met drie panklare assists een niet geringe bijdrage aan de 11-0 overwinning.
Op de perstribune werden grapjes gemaakt. Hadden we hier misschien te maken met Piet Rommedahl, een onbekende halfbroer? Of had Finidi George zich vakkundig vermomd als Dennis Rommedahl?
Toegegeven, humor van de bovenste plank was het niet, maar de verwarring onder de vaste Ajax-volgers was dan ook groot. Naarmate de oefencampagne vorderde maakte het cynisme steeds meer plaats voor verwondering. Het was wel degelijk Dennis Rommedahl zelf die tegen Bristol City met een subtiel stiftballetje scoorde.
Die tegen Atlético Madrid slinks een penalty versierde en later met het hoofd scoorde. Die afgelopen zondag tegen FC Groningen Miralem Sulejmani per dienblad een doelpunt aanbood en zelf de beslissende tweede treffer binnentikte. Dat was allemaal Rommedahl, die raadselachtige voetballer uit Denemarken.
Twee jaar geleden vormde de rechteraanvaller ongewild de aanleiding van een stevige controverse tussen toenmalig trainer Henk ten Cate en technisch directeur Martin van Geel. Ten Cate had geen behoefte aan Rommedahl als nieuwe aankoop en gaf dat aan tijdens een gesprek met Van Geel.
Kort daarop zette de huidige technisch directeur van Roda JC Rommedahl bovenaan de lijst van gewenste versterkingen, tot ergernis van Ten Cate. Die ging uiteindelijk overstag, maar niet van harte. Rommedahl zou onder Ten Cate en zijn tijdelijke opvolger Adrie Koster nog flink wat wedstrijden spelen, totdat Marco van Basten het roer in Amsterdam overnam.
Die liet de Deense international een half jaar links liggen, waarna Rommedahl in de winterstop aan NEC werd verhuurd. Geen haan die er naar kraaide. Het wachten was op een transfer. Maar vorige maand meldde Rommedahl zich monter als altijd weer in Amsterdam.
Hij heeft een onverwoestbaar goed humeur, ongeacht het schuitje waar hij in zit, en bij de start van de seizoensvoorbereiding van Martin Jol was het niet anders. Rommedahl rook nieuwe kansen en die heeft hij gegrepen.
Het is en blijft een vreemde voetballer. Zijn snelheid is een machtig wapen, zijn baltechniek laat behoorlijk te wensen over. Dat kan tijdens wedstrijden merkwaardige situaties opleveren. Zijn directe tegenstanders spurt hij met regelmaat voorbij, tijdens de vervolgactie kan het alle kanten op. Richting doel, richting cornervlag, dwars door de reclameborden; je weet het nooit bij Rommedahl.
Bij een collega-snelheidsduivel uit vroegere tijden, Marc Overmars, wisten zijn medespelers precies wat er komen ging. Overmars denderde zijn tegenstander voorbij en trok de bal laag voor bij de eerste paal. Centrumspits Patrick Kluivert bewoog automatisch die kant op, zodra Overmars in balbezit kwam.
Het was een ingeslepen patroon dat Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal talloze doelpunten heeft opgeleverd. Rommedahl moet het meer hebben van toevalsacties, zo lijkt het. Zelf zit hij daar niet mee. Hij heeft inmiddels 344 competitiewedstrijden in het betaalde voetbal gespeeld en er staan vier landstitels met PSV en een goedbetaald avontuur bij Charlton Athletic achter zijn naam.
In 2007 werd Rommedahl verkozen tot voetballer van het jaar in Denemarken, het land waar hij al 86 interlands voor speelde, waarvan enkele op het WK 2002 en het EK 2004. In de kwalificatiepoule voor het WK 2010 staat hij met zijn nationale elftal fier aan kop, met Portugal, Zweden en Hongarije op eerbiedwaardige achterstand.
Zo zijn de droge feiten. Ze maken het raadsel Rommedahl alleen maar groter.
Simon Zwartkruis
'Het raadsel Rommedahl'
11/08/2009 09:30
Het begon in Hoogeveen, op sportpark Bentincksdijk. Tijdens de oefenwedstrijd van Ajax tegen de amateurs van HZVV viel Dennis Rommedahl een half uur voor tijd in en leverde met drie panklare assists een niet geringe bijdrage aan de 11-0 overwinning.
Op de perstribune werden grapjes gemaakt. Hadden we hier misschien te maken met Piet Rommedahl, een onbekende halfbroer? Of had Finidi George zich vakkundig vermomd als Dennis Rommedahl?
Toegegeven, humor van de bovenste plank was het niet, maar de verwarring onder de vaste Ajax-volgers was dan ook groot. Naarmate de oefencampagne vorderde maakte het cynisme steeds meer plaats voor verwondering. Het was wel degelijk Dennis Rommedahl zelf die tegen Bristol City met een subtiel stiftballetje scoorde.
Die tegen Atlético Madrid slinks een penalty versierde en later met het hoofd scoorde. Die afgelopen zondag tegen FC Groningen Miralem Sulejmani per dienblad een doelpunt aanbood en zelf de beslissende tweede treffer binnentikte. Dat was allemaal Rommedahl, die raadselachtige voetballer uit Denemarken.
Twee jaar geleden vormde de rechteraanvaller ongewild de aanleiding van een stevige controverse tussen toenmalig trainer Henk ten Cate en technisch directeur Martin van Geel. Ten Cate had geen behoefte aan Rommedahl als nieuwe aankoop en gaf dat aan tijdens een gesprek met Van Geel.
Kort daarop zette de huidige technisch directeur van Roda JC Rommedahl bovenaan de lijst van gewenste versterkingen, tot ergernis van Ten Cate. Die ging uiteindelijk overstag, maar niet van harte. Rommedahl zou onder Ten Cate en zijn tijdelijke opvolger Adrie Koster nog flink wat wedstrijden spelen, totdat Marco van Basten het roer in Amsterdam overnam.
Die liet de Deense international een half jaar links liggen, waarna Rommedahl in de winterstop aan NEC werd verhuurd. Geen haan die er naar kraaide. Het wachten was op een transfer. Maar vorige maand meldde Rommedahl zich monter als altijd weer in Amsterdam.
Hij heeft een onverwoestbaar goed humeur, ongeacht het schuitje waar hij in zit, en bij de start van de seizoensvoorbereiding van Martin Jol was het niet anders. Rommedahl rook nieuwe kansen en die heeft hij gegrepen.
Het is en blijft een vreemde voetballer. Zijn snelheid is een machtig wapen, zijn baltechniek laat behoorlijk te wensen over. Dat kan tijdens wedstrijden merkwaardige situaties opleveren. Zijn directe tegenstanders spurt hij met regelmaat voorbij, tijdens de vervolgactie kan het alle kanten op. Richting doel, richting cornervlag, dwars door de reclameborden; je weet het nooit bij Rommedahl.
Bij een collega-snelheidsduivel uit vroegere tijden, Marc Overmars, wisten zijn medespelers precies wat er komen ging. Overmars denderde zijn tegenstander voorbij en trok de bal laag voor bij de eerste paal. Centrumspits Patrick Kluivert bewoog automatisch die kant op, zodra Overmars in balbezit kwam.
Het was een ingeslepen patroon dat Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal talloze doelpunten heeft opgeleverd. Rommedahl moet het meer hebben van toevalsacties, zo lijkt het. Zelf zit hij daar niet mee. Hij heeft inmiddels 344 competitiewedstrijden in het betaalde voetbal gespeeld en er staan vier landstitels met PSV en een goedbetaald avontuur bij Charlton Athletic achter zijn naam.
In 2007 werd Rommedahl verkozen tot voetballer van het jaar in Denemarken, het land waar hij al 86 interlands voor speelde, waarvan enkele op het WK 2002 en het EK 2004. In de kwalificatiepoule voor het WK 2010 staat hij met zijn nationale elftal fier aan kop, met Portugal, Zweden en Hongarije op eerbiedwaardige achterstand.
Zo zijn de droge feiten. Ze maken het raadsel Rommedahl alleen maar groter.
Simon Zwartkruis
The great old Ludwig von...