31-07-2006, 09:55 AM
Leuk stukje van de VI, vooral de laatste alinea :8:
'Houdt Van Bommel nog van Oranje?'
31/7/2006 9 :00
Aan de oevers van de Oosterschelde sprak ik met VI's Oranje-watcher Taco van den Velde over het voorbije WK in Duitsland. Het was geen evenement om nog lang bij stil te staan, vonden we allebei. De organisatie was perfect, de sfeer in de stadions heel goed, maar qua voetbal zal de achttiende mondiale eindronde niet langer in de gedachten blijven voortleven dan de andere toernooien vanaf 1990.
Dankzij Diego Maradona was het WK van 1986 het laatste gedenkwaardige evenement. En, vooruit, dankzij Zinedine Zidane en een sterk Oranje mocht ook Frankrijk 1998 nog worden gezien. Maar Duitsland 2006? Dat zal qua lichtpuntjes de geschiedenis ingaan als het WK van de opfleurende Mannschaft, het sterke doch ongelukkig uitgeschakelde Ivoorkust, de meeslepende wedstrijd Argentinië-Mexico, de nog één keer flitsende ster Zidane die helaas zijn eigen feestje verpestte en de Italianen, die aanvallender dan gewoonlijk voor de dag kwamen.
Maar vooral via Fabio Grosso en Marco Materazzi werden de Italianen óók wereldkampioen valsspelen. Grosso lag zelfs met gebalde vuisten inwendig te jubelen nadat hij de Australiër Lucas Neill met zijn fopduik had belazerd, terwijl de smeerlap Materazzi voor Zizou Zidane een nieuwe bijnaam ontwikkelde: Bok Zidane. Goed, Andrea Pirlo, Fabio Cannavaro en Francesco Totti waren aan Italiaanse zijde puike voetballers, maar op de beslissende momenten door vals spel de overwinning binnenhalen is meer dan een smet op het wereldgoud. Discussiërend over de vraag waarom ook dit WK toch weer erg tegenviel, had Taco van den Velde een kort en bondig antwoord: 'Omdat het de tragiek van het voetbal is dat verdedigen minder moeilijk is dan aanvallen.'
De Nederlandse dagbladjournalisten die het WK hebben gevolgd, heb ik in hun kranten van dag tot dag gelezen; vooral dan de pennenridders die Oranje analyseerden. Van dit gezelschap is mij de oude Henri van der Steen het best bevallen. Hij is een verslaggever van de oude stempel, dat wil zeggen een journalist die onbevangen en onafhankelijk schrijft en zichzelf nooit de vraag stelt of de stukken die hij produceert wellicht de contacten met spelers of bondscoach nadelig beïnvloeden.
In de meeste mediagevallen ontbrandde de kritiek op Marco van Basten pas ná de uitschakeling tegen Portugal. Van der Steen zag het van begin af aan anders. Voordat de bondscoach openlijk betwijfelde of Ruud van Nistelrooy in vorm was, had de journalist van het Brabants Dagblad en een groot aantal andere regionale kranten in zijn analyses beweerd dat Van Basten zélf niet in vorm was. Van der Steen stelde tevens vast dat het voetbal definitief een middenveldspel is geworden. Precies dat gegeven leidt er ook toe dat het topvoetbal als kijkspel steeds minder interessant wordt.
Het eigenaardige is echter dat dit in de belangstelling blijkbaar geen enkele rol speelt. Duizenden Oranje-klanten reisden nu zelfs al naar de speelsteden om de wedstrijden van het Nederlands elftal niet in het stadion, maar ergens op een groot beeldscherm te zien. Wie kan bij deze vrolijke gekte nog volhouden dat het niet goed gaat met het voetbal als kijkspel? Kennelijk is het voor het publiek niet van belang dat de momenten waarop het in het voetbal echt gebeurt ââ¬â in of nabij het strafschopgebied ââ¬â steeds spaarzamer worden.
Nog niet zo gek lang geleden werd een voetbalwedstrijd aan de top gekenmerkt door veertig tot zestig spannende of min of meer spannende momenten voor de doelen. Na langdurig geschuif vanuit de achterhoede naar het middenveld, zijn tegenwoordig niet zelden vijftien spelers aan de bal voordat het eens een beetje interessant wordt. Het balbezit is heilig. Wie de bal verliest, jaagt als een bezetene op het heroveren ervan. Vaak ontstaat het gevaar pas in 'de omschakeling' ââ¬â ik meen dat de term ooit is gelanceerd door Louis van Gaal en het gaat dan om het moment waarop balverlies meteen tot een snelle actie bij de tegenpartij leidt.
Wie het voetbal anno 2006 beziet, mag zich erover verbazen dat de regels in de loop der tijd amper zijn veranderd. Op 5 maart 1870 werd in de Kenington Oval met Engeland-Schotland (1-1) de eerste interland gespeeld. De spelers waren toen sterk plaatsgebonden, conditioneel stelde het allemaal niets voor, maar sindsdien zijn de maten van het veld voor internationale wedstrijden onveranderd gebleven: variërend van 64 tot 75 meter in de breedte en van 100 tot 110 meter in de lengte.
Dat die afmetingen niet zijn veranderd, is eigenlijk vreemd. De voetballers van 1870 waren heren op het veld die zich eerst en vooral richtten op de handigheid met de bal. Thans brengen de topspelers bijna net zoveel tijd door in het krachthonk als op het oefenveld. Voetballers zijn uitgegroeid tot topatleten. In vergelijking met bijvoorbeeld de glorieperiode van Oranje in de jaren zeventig zijn de altijd al doorslaggevende factoren tijd en ruimte alleen maar geringer geworden.
In de jacht op bal en benen kon uiteindelijk alleen Zidane zich op basis van zijn onvergelijkbare techniek nog de luxe van aannemen en kijken permitteren. In die verbeten jacht op de bal hebben de scheidsrechters het allang voor lief genomen dat in bijna alle duels overtredingen zitten. Zij voelen zich bij de verandering van het spel machteloos en vinden het bijvoorbeeld al jarenlang best dat voetbal bij corners en vrije trappen rond het strafschopgebied handbal is.
Bij zoveel gebrek aan tijd en ruimte zijn eigenlijk maar twee oplossingen mogelijk: een veel groter veld, of minder spelers. De eerste optie is lastig, want dan zouden overal ter wereld stadions moeten worden afgebroken. Rest deze oplossing: negen tegen negen.
Steeds benieuwder ben ik intussen naar de Oranje-selectie die op 16 augustus aan Lansdowne Road in Dublin tegen Ierland de draad weer oppakt. Zal Marco van Basten na de scherpe kritiek van Johan Cruijff op Mark van Bommel de middenvelder van Barcelona nog een nieuwe kans geven? Van Bommel moet wel ontzettend veel van het Nederlands elftal houden, wil hij na alle ellende die hem is aangedaan nog aan een nieuwe termijn als international beginnen.
Op deze plaats heb ik dienaangaande vorige week mijn stevige twijfels in de richting van Cruijff en Van Basten geuit. Nog dezelfde dag kreeg ik een e-mail van een zekere Cornelis van Zutven uit Eindhoven. Hij adviseerde mij de videoband met een kruisgesprek uit 2004 van Jack van Gelder en Tom Egbers enerzijds met Mark van Bommel en Johan Cruijff anderzijds nog eens goed te bekijken.
Het had plaats tijdens de EK-eindronde in Portugal en dit had Cornelis gezien en geanalyseerd: 'Tijdens het gesprek met Egbers stak Cruijff de loftrompet over het 4-3-3-systeem, dit in verband met de in zijn eigen ogen optimale veldbezetting. Van Bommel onderbrak toen de meester en zei: "Dat ben ik niet met je eens, Johan. Met 4-4-2 kun je exact hetzelfde doen, alleen vergt dat meer loopwerk". Toen ik de kop van Cruijff zag, dacht ik meteen: Daar krijg je nog spijt van, Bommel. Ik zou willen zeggen: bestudeer die beelden nog eens en let dan vooral op de lichaamstaal van Cruijff.'
Matty Verkamman
'Houdt Van Bommel nog van Oranje?'
31/7/2006 9 :00
Aan de oevers van de Oosterschelde sprak ik met VI's Oranje-watcher Taco van den Velde over het voorbije WK in Duitsland. Het was geen evenement om nog lang bij stil te staan, vonden we allebei. De organisatie was perfect, de sfeer in de stadions heel goed, maar qua voetbal zal de achttiende mondiale eindronde niet langer in de gedachten blijven voortleven dan de andere toernooien vanaf 1990.
Dankzij Diego Maradona was het WK van 1986 het laatste gedenkwaardige evenement. En, vooruit, dankzij Zinedine Zidane en een sterk Oranje mocht ook Frankrijk 1998 nog worden gezien. Maar Duitsland 2006? Dat zal qua lichtpuntjes de geschiedenis ingaan als het WK van de opfleurende Mannschaft, het sterke doch ongelukkig uitgeschakelde Ivoorkust, de meeslepende wedstrijd Argentinië-Mexico, de nog één keer flitsende ster Zidane die helaas zijn eigen feestje verpestte en de Italianen, die aanvallender dan gewoonlijk voor de dag kwamen.
Maar vooral via Fabio Grosso en Marco Materazzi werden de Italianen óók wereldkampioen valsspelen. Grosso lag zelfs met gebalde vuisten inwendig te jubelen nadat hij de Australiër Lucas Neill met zijn fopduik had belazerd, terwijl de smeerlap Materazzi voor Zizou Zidane een nieuwe bijnaam ontwikkelde: Bok Zidane. Goed, Andrea Pirlo, Fabio Cannavaro en Francesco Totti waren aan Italiaanse zijde puike voetballers, maar op de beslissende momenten door vals spel de overwinning binnenhalen is meer dan een smet op het wereldgoud. Discussiërend over de vraag waarom ook dit WK toch weer erg tegenviel, had Taco van den Velde een kort en bondig antwoord: 'Omdat het de tragiek van het voetbal is dat verdedigen minder moeilijk is dan aanvallen.'
De Nederlandse dagbladjournalisten die het WK hebben gevolgd, heb ik in hun kranten van dag tot dag gelezen; vooral dan de pennenridders die Oranje analyseerden. Van dit gezelschap is mij de oude Henri van der Steen het best bevallen. Hij is een verslaggever van de oude stempel, dat wil zeggen een journalist die onbevangen en onafhankelijk schrijft en zichzelf nooit de vraag stelt of de stukken die hij produceert wellicht de contacten met spelers of bondscoach nadelig beïnvloeden.
In de meeste mediagevallen ontbrandde de kritiek op Marco van Basten pas ná de uitschakeling tegen Portugal. Van der Steen zag het van begin af aan anders. Voordat de bondscoach openlijk betwijfelde of Ruud van Nistelrooy in vorm was, had de journalist van het Brabants Dagblad en een groot aantal andere regionale kranten in zijn analyses beweerd dat Van Basten zélf niet in vorm was. Van der Steen stelde tevens vast dat het voetbal definitief een middenveldspel is geworden. Precies dat gegeven leidt er ook toe dat het topvoetbal als kijkspel steeds minder interessant wordt.
Het eigenaardige is echter dat dit in de belangstelling blijkbaar geen enkele rol speelt. Duizenden Oranje-klanten reisden nu zelfs al naar de speelsteden om de wedstrijden van het Nederlands elftal niet in het stadion, maar ergens op een groot beeldscherm te zien. Wie kan bij deze vrolijke gekte nog volhouden dat het niet goed gaat met het voetbal als kijkspel? Kennelijk is het voor het publiek niet van belang dat de momenten waarop het in het voetbal echt gebeurt ââ¬â in of nabij het strafschopgebied ââ¬â steeds spaarzamer worden.
Nog niet zo gek lang geleden werd een voetbalwedstrijd aan de top gekenmerkt door veertig tot zestig spannende of min of meer spannende momenten voor de doelen. Na langdurig geschuif vanuit de achterhoede naar het middenveld, zijn tegenwoordig niet zelden vijftien spelers aan de bal voordat het eens een beetje interessant wordt. Het balbezit is heilig. Wie de bal verliest, jaagt als een bezetene op het heroveren ervan. Vaak ontstaat het gevaar pas in 'de omschakeling' ââ¬â ik meen dat de term ooit is gelanceerd door Louis van Gaal en het gaat dan om het moment waarop balverlies meteen tot een snelle actie bij de tegenpartij leidt.
Wie het voetbal anno 2006 beziet, mag zich erover verbazen dat de regels in de loop der tijd amper zijn veranderd. Op 5 maart 1870 werd in de Kenington Oval met Engeland-Schotland (1-1) de eerste interland gespeeld. De spelers waren toen sterk plaatsgebonden, conditioneel stelde het allemaal niets voor, maar sindsdien zijn de maten van het veld voor internationale wedstrijden onveranderd gebleven: variërend van 64 tot 75 meter in de breedte en van 100 tot 110 meter in de lengte.
Dat die afmetingen niet zijn veranderd, is eigenlijk vreemd. De voetballers van 1870 waren heren op het veld die zich eerst en vooral richtten op de handigheid met de bal. Thans brengen de topspelers bijna net zoveel tijd door in het krachthonk als op het oefenveld. Voetballers zijn uitgegroeid tot topatleten. In vergelijking met bijvoorbeeld de glorieperiode van Oranje in de jaren zeventig zijn de altijd al doorslaggevende factoren tijd en ruimte alleen maar geringer geworden.
In de jacht op bal en benen kon uiteindelijk alleen Zidane zich op basis van zijn onvergelijkbare techniek nog de luxe van aannemen en kijken permitteren. In die verbeten jacht op de bal hebben de scheidsrechters het allang voor lief genomen dat in bijna alle duels overtredingen zitten. Zij voelen zich bij de verandering van het spel machteloos en vinden het bijvoorbeeld al jarenlang best dat voetbal bij corners en vrije trappen rond het strafschopgebied handbal is.
Bij zoveel gebrek aan tijd en ruimte zijn eigenlijk maar twee oplossingen mogelijk: een veel groter veld, of minder spelers. De eerste optie is lastig, want dan zouden overal ter wereld stadions moeten worden afgebroken. Rest deze oplossing: negen tegen negen.
Steeds benieuwder ben ik intussen naar de Oranje-selectie die op 16 augustus aan Lansdowne Road in Dublin tegen Ierland de draad weer oppakt. Zal Marco van Basten na de scherpe kritiek van Johan Cruijff op Mark van Bommel de middenvelder van Barcelona nog een nieuwe kans geven? Van Bommel moet wel ontzettend veel van het Nederlands elftal houden, wil hij na alle ellende die hem is aangedaan nog aan een nieuwe termijn als international beginnen.
Op deze plaats heb ik dienaangaande vorige week mijn stevige twijfels in de richting van Cruijff en Van Basten geuit. Nog dezelfde dag kreeg ik een e-mail van een zekere Cornelis van Zutven uit Eindhoven. Hij adviseerde mij de videoband met een kruisgesprek uit 2004 van Jack van Gelder en Tom Egbers enerzijds met Mark van Bommel en Johan Cruijff anderzijds nog eens goed te bekijken.
Het had plaats tijdens de EK-eindronde in Portugal en dit had Cornelis gezien en geanalyseerd: 'Tijdens het gesprek met Egbers stak Cruijff de loftrompet over het 4-3-3-systeem, dit in verband met de in zijn eigen ogen optimale veldbezetting. Van Bommel onderbrak toen de meester en zei: "Dat ben ik niet met je eens, Johan. Met 4-4-2 kun je exact hetzelfde doen, alleen vergt dat meer loopwerk". Toen ik de kop van Cruijff zag, dacht ik meteen: Daar krijg je nog spijt van, Bommel. Ik zou willen zeggen: bestudeer die beelden nog eens en let dan vooral op de lichaamstaal van Cruijff.'
Matty Verkamman
Bangkok resident.