15-09-2006, 12:47 PM
Bor de Wolf Wrote:Bekende A'dammer Kluun
Vreemdgaan was nog nooit zo makkelijk
Kankerlijer
Het doorgaans mooist beschreven stadium van het leven is de terminale fase. Wist ik maar dat ik zelf, of iemand uit mijn directe omgeving, op het punt zou staan de geest te geven. Maar hoe ik ook van jongs af aan heb geprobeerd de stervensfase te bereiken, ik genees nog wanneer ik door specialisten al opgegeven ben. Zelfs mijn familie werkt niet mee, mijn moeder overleefde een aanval van Quincke-oedeem in haar keel en mijn broer genas vorig jaar van AIDS. Nee dan Kluun. Kluunââ¬â¢s vrouw werd ziek en ging gewoon dood. En daar kon hij mooi een boek over schrijven. Hij wel.
Kluun is de kekke bijnaam van Raymond van der Klundert, een hippe dertiger uit Amsterdam. Maar Kluun is niet zomaar een hippe dertiger die zijn dagen slijt in door tl-buizen verlichte barren en zijn kast volhangt met pakken die hij de dag erna pas durft te dragen. Kluunââ¬â¢s vrouw overleed aan kanker en daar wist de commerciële reclameman prima op in te spelen. Hij schreef er een heus boek over. Een boek met op de cover een etalage van een winkel in het walhalla van de wannabe, de P.C. Hooftstraat. Op de etalageruit staan bovenaan de namen van enkele wereldsteden afgebeeld, eronder de aloude rustplaats Zorgvlied. Het levendige Londen boven de doodse begraafplaats. Die formule vindt je in het boek zelf ook terug. Rond de hoofdpersonages hangt constant de geur van zowel Gucci als Chemo. Want niet alleen oude van dagen of beschimmelde steuntrekkers krijgen kanker, ook de prada-dragers in onze stad kunnen geteisterd worden door de op hol geslagen cellen die in de meest Vifit rijke botten weten door te dringen. ââ¬ËEn ikââ¬â¢, zal Kluun gedacht hebben, ââ¬Ëga mijn ervaringen eens op papier zetten.ââ¬â¢ Een gedachte die zijn naaste omgeving met middeleeuwse marteltechnieken uit zijn hoofd had moeten knuppelen. Want behalve dat je het boek kunt gebruiken om je verzameling herfstbladeren in te drogen, schiet niemand wat met deze roman op. Uitgezonderd Raymond van der Klundert zelf natuurlijk, die dwangmatig een hype probeert te creëren door een website over zichzelf en het boek te lanceren en met aanstellerige technieken de lezer voor zich probeert te winnen.
Zo is Kluun bijvoorbeeld dol op mottoââ¬â¢s. Daarin gaat hij erg ver. Welgeteld elk hoofdstuk heeft er een. Van Radiohead tot Paulo Coelho, van Andre Hazes tot Rage against the Machine. De smaak van de yup is vastgelegd in dit boek. Maar niet alleen de smaak, ook het kritische oor van de snelle jongen wordt pijnlijk duidelijk. Hoofdstuk 3 heeft bijvoorbeeld het motto ââ¬ËItââ¬â¢s the end of the world as we know itââ¬â¢, REM uit, ââ¬ËItââ¬â¢s the end of the world as we know itââ¬â¢. Of, in hoofdstuk 7, ââ¬ËI hide my tears behind a painted smileââ¬â¢, Isley brothers uit ââ¬ËI hide my tears behind a painted smileââ¬â¢. Hij is kennelijk te druk met te laat arriveren op een date om echt naar een liedje te luisteren, deze gladde aal herinnert zich alleen de titels.
Behalve mottoââ¬â¢s doet Kluun door zijn tekst heen ook aan wramples. Een zelfbedacht woord (gekscherend Kluuniaans genoemd) voor een written sample. Een wrample is eigenlijk een citaat, alleen zet je het er net iets minder duidelijk bij, zodat het minder snel opvalt dat eigenlijk alle enigszins mooie zinnen gewoon gejat zijn. Een handige oplossing als je niet zo goed kunt schrijven moet Kluun welhaast gedacht hebben.
Het gewrample en de vele mottoââ¬â¢s worden al gauw erg vervelend. Net zoals de uitleg van personen die hij aanhaalt in zijn puberale vergelijkingen. Achtereenvolgens leert hij de lezer wie Clarence Seedorf, Nwanko Kanu, Zinedine Zidane en Patrick Kluivert zijn alsof hij schrijft voor achtjarige meisjes en voor de woestijnnomaden die geen abonnement op Voetbal International hebben. Hij houdt hij niet op met koketteren over zijn kennis van hippe tenten in Amsterdam. Want dit is eigenlijk geen boek over kanker maar een boek over Kluun zelf en de dingen waar Kluun zich zoal mee bezighoudt (voetbal, uitgaan en seks). Want niet alleen de vrouw (Carmen) van de hoofdpersoon,Stijn, is ernstig ziek, de hoofdpersoon zelf lijdt ook aan een ernstige aandoening. Hij is namelijk monofoob:
ââ¬Ë(Kluuniaans< Gr) (v), ziekelijke angst voor een (seksueel) monogaam leven, met als gevolg een dwangmatige behoefte tot vreemdgaan.ââ¬â¢ Of wel, een klootzak die niet trouw wilt zijn en doet alsof hij het niet kan helpen.
Aan het eind van het boek sterft Carmen in de armen van haar man Stijn (=Kluun) die zijn hippe Versace begrafenispak vast aan heeft gedaan om Carmen toch in stijl heen te laten gaan. De vlakke personages nodigden niet uit tot een tranenspektakel van mijn kant maar ik voelde me wel erg droevig. Ik vond dit zogenaamde requiem namelijk zo treurig voor de overleden vrouw van Kluun. Terwijl de lezer afscheid neemt van haar, staat er weer een smakeloos motto van de schrijver op de bladzijde erna. Je sterven zou je nabestaande maar aan een zin uit een liedje van André Hazes doen denken.
En Kluun? Maakt u zich over hem maar geen zorgen. Die woont inmiddels samen met zijn nieuwe vriendin, slijt zijn dagen in Armanipakken en bestelt zijn eten bij ââ¬Ëde Foie gras bezorglijnââ¬â¢. En terwijl de vrolijke tonen van popmuziek door zijn grachtenappartement schallen zoekt hij in de Champions League wedstrijden inspiratie voor zijn nieuwe boek. Ik ga het niet lezen want ik weet Vak Zuid en De Herengracht best te vinden en ik heb nog zoveel beters te doen, ik ga liever eens zwemmen in de stille oceaan.*
*Gewrampled van Toontje Lager
Kluun, Komt Een Vrouw Bij De Dokter, Podium, 15 Euro, 317 bladzijden. Het papier neemt te weinig vocht op om vers gevonden bladeren goed in te laten drogen. Voor bladeren van een plataanboom is het boek niet stevig genoeg. Voor bladeren van de kastanjeboom en de lindeboom is het boek zeer geschikt.
JvdH, Propria Cures, 2003
I believe in Jim Jones.
We Drink The Cool-Aid Because That's All That's Being Served
We Drink The Cool-Aid Because That's All That's Being Served